| Aantekening: | N.B. Oude benaming: ‘Kamerboek’. Inv.nr 48 is volgens het opschrift het zeventiende kamerboek; er moeten er dertig zijn geweest. De kamerboeken vormen de neerslag van een enorme verscheidenheid aan handelingen. Ze bevatten minuut-resoluties, beschikkingen en akten verleden ten overstaan van de heren van de wet, de burgemeesters of de schepenen, al dan niet samen met de schout. Vanaf 1795 bevatten zij de vastlegging van handelingen van de schepenen of de Municipaliteit (vanaf 1803 de raad), al dan niet in aanwezigheid van de hoofdofficier, vanaf februari 1808 van de schepenen of de burgemeester. Gedurende de hele periode zijn echter ook benoemingen van functionarissen genoteerd, alsmede eenvoudige registraties ter secretarie waarvoor de aanwezigheid van bestuurders niet strikt vereist was (al was de secretaris natuurlijk wel lid van het college van de heren van de wet). Het kamerboek lijkt soms te heben gefungeerd als dagboek van de secretarie voor een eerste vastlegging van wat er (buiten reguliere vergadermomenten) aan besluiten werd genomen of aan akten werd verleden. Deze registraties konden op een later moment worden overgenomen in de daarvoor toepasselijke registers, maar dat gebeurde niet altijd. Niet alle resoluties, benoemingen, akten enzovoorts zijn namelijk terug te vinden in de reguliere series. Omgekeerd zijn niet alle daarin vastgelgde resoluties en dergelijke eerst genoteerd in het kamerboek - kennelijk werd dat stadium ook wel overgeslagen. Het kamerboek is dus geen overkoepelend register. Het is echter ook geen memoriaal, zoals toentertijd in de boekhouding werd gebruikt voor het vastleggen van posten die in geen enkel ander register werden opgenomen. Omdat het zaken bevat die niet in andere registers zijn vastgelegd, vormt het daarop een waardevolle aanvulling. |
