Resultaten in Archiefbestanddelen: 9

85 Stukken betreffende de beschikking van koning Philips II op het rekest van Machtelt Jansdr., weduwe van Symon Adriaensz. Hardeman, scheeptimmerman, om alsnoch de nalatenschap van haar moeder Annetgen Pieters weduwe van Jan Jansz. gorter (van wie Cors Adriaensz., brouwer, zich als schuldeiser meldde enkele jaren na haar overlijden) te mogen aanvaarden onder beneficie van inventaris, 1574 2 stukken

86 Schepenakte waarbij Machtelt Jansdr., weduwe van Simon Adriaensz. Hardeman en Cors Adriaensz., brouwer, verklaren hun onderlinge geschil over een borgtocht door Anna Pietersdr., moeder van Machtelt Jansdr. gedaan voor een Vlaamse biersteker ten profijte van Cors Adriaensz, zodanig te schikken, dat Machtelt aan Cors Adriaensz. haar huis en erf aan het Zuideinde bij de Schiedamse Poort overdraagt, met de renten daarop staande, waarvan een van 21 stuivers voor het St-Agathaklooster, evenals diverse los- en lijfrenten te haren laste, waaronder een lijfrente ten name van de begijn Maritge Jansdr., 1575 1 charter

87 Maritgen Jan Dircxz. van der Hoochtsdochter, 1576, 1576 - 1576

377 Akte van transport voor schout en gezworenen van Vrijenban door Willem van den Hove aan zijn neven en nichten Gerrit, Cornelis, Trijntgen en Neeltgen, kinderen van Cornelis de Bye, van 2,5 morgen land in Papsouw, met het eventueel daaropstaande huis, gemeen met 2,5 morgen land reeds in eigendom van de kopers uit de nalatenschap van hun oudtante Jacoba Ariens van der Meer, zijnde het overgedragen land in gebruik bij Jan Cornelisz., belend oost de Papsouwseweg , strekkende over 't Anthoff aan het land van de abdij van Rijnsburg, belend noord Wijve Claes en zuid Aechgen Jan Aemsdr., begijn; van de helft van een losrente van 12 gulden, 15 stuivers en 3 penningen ten laste van Jacob Cornelisz., kistenmaker in de Seven Starren te Delft; van de helft van een losrente van 18 gulden te betalen door Jan Fransz., pondgaarder; van de helft van een akte van schuldbekentenis van 25 gulden te betalen door Arent Thoenisz., koperslager te Delft; van de helft van een tiende deel van een lijfrente van 30 gulden op Quirina van der Meer ten laste van de stad Delft; met belofte van de verkoper om de documenten van zijn oom Cornelis Cornelisz. de Bye, vader van de kopers (gericht) aan zijn moeder, wijlen Elysabeth Vrancken aan de kopers te overhandigen of ongeldig te maken, 1603; met retroacta 1523-1578. 7 charters

628 Akte waarbij de officiaal van de aartsdiaken van Utrecht admissie verleent aan Johannes Merssman, priester in het bisdom Utrecht, tot een vicarie of eeuwige kapellanie op het altaar van de Twaalf Apostelen ter verering van de H. Drievuldigheid, gesticht in de parochiekerk van St. Jacob te Utrecht en overgebracht naar het hospitaal van de H. Elisabeth, vacant geworden door het overlijden van Herman Croenenborch, met opdracht van de officiaal om de priester in het bezit te stellen van de vicarie, 1570, met aantekening waarbij notaris Egbertus Luessinck verklaart dat hij de priester in presentie van getuigen in het bezit der vicarie heeft gesteld, 1570 1 charter

629 Akte waarbij de officiaal van de aartsdiaken van Utrecht verklaart dat in de parochiekerk van St. Marie te Utrecht op twee feestdagen moet worden afgekondigd dat de priester Johannes Mersman is gepresenteerd tot de vicarie of eeuwige kapellanie op het altaar van St. Anna in het hospitaal van de H. Elizabeth, voordien in de parochiekerk van St. Jacobus te Utrecht, op voorstel van kanunnik Georgius de Renesse, patroon van de vicarie, 1570, met aantekening waarbij de pastoor van de kerk van St. Marie verklaart dat de bovengenoemde afkondigingen hebben plaatsgevonden, 1570 1 charter

647 Akte van transport voor schepenen van Middelburg door Jacquemijne Uttenwijngaerde, weduwe van Adriaen Pieterssen Bogaert, notaris, aan Alexander Magnus van een rentebrief d.d. 1-10-1529 ten laste van de Staten van Zeeland, ten name van Pieter de Backer, van 8 ponden groten Vlaams per jaar, 1628; met retroacta vanaf 1533. 4 charters

649 Kwitantie voor schepenen van Den Haag door Jacob Aertsz., wielmaker, aan Dirick Aertsz., scheepmaker te Delft, van erfdienstbaarheden op een huis in Den Haag, als omschreven in een akte van 1520, in extenso opgenomen, 1571 1 charter