Detail Archief Delft


  •  Inleiding
    • Inleiding

       

      De gemeente

      De gemeente Rijswijk is gelegen in de provincie Zuid‑Holland tussen de gemeenten Den Haag, Voorburg, Delft en Wateringen. De gemeente Den Haag heeft eind jaren veertig geprobeerd om Rijswijk te annexeren, omdat zij grond nodig had voor de wederopbouw van de stad maar dat is niet gelukt. Eind jaren tachtig probeert Den Haag het nog een keer, maar ook dan weet Rijswijk haar zelfstandigheid te behouden. Wel vinden er een paar grenswijzigingen plaats met Den Haag en Delft. Inmiddels is Wateringen opgegaan in Den Haag, maar Rijswijk is nog steeds een zelfstandige gemeente en dat is te danken aan de daadkracht van het bestuur en de inwoners!

      Na de oorlog begint de gemeente Rijswijk aan de wederopbouw van de stad. Begin jaren vijftig is het burgemeester Mr. A.T. Bogaardt (1952‑1973) die er voor zorgt dat er veel huizen gebouwd gaan worden. Naast het bouwen van huizen, zorgt hij ook dat er aandacht wordt besteed aan de groenvoorziening, de aanleg van parken en sport‑ en recreatiefaciliteiten. Er wordt zelfs een stedenbouwkundige aangetrokken om de nodige uitbreidingsplannen te ontwikkelen, waarbij ook rekening wordt gehouden met de aanleg van winkelcentra, scholen en een groot industriegebied. En daarmee wordt Rijswijk al snel een aantrekkelijke gemeente in de Randstad voor bedrijven en burgers.

      Met de buurgemeenten Den Haag, Leidschendam, Voorburg en Wassenaar heeft Rijswijk een goed contact. Samen hebben ze zitting in de commissie bestuurlijke samenwerking Haagse agglomeratie en van daaruit worden er een aantal gemeenschappelijke regelingen aangegaan op verschillende beleidsterreinen. Begin jaren zeventig wordt deze commissie omgezet in de gemeenschappelijke regeling Gewest ’s‑Gravenhage en blijft zo bestaan.

      De gemeentelijke organisatie bestaat uit de secretarie en een aantal diensten op diverse locaties in de stad, zoals bijvoorbeeld de Dienst Openbare Werken, het Gemeentelijk Zwembad, het Gemeentelijk Reinigingsbedrijf, de Brandweer en de Gemeentelijke Geneeskundige‑ en Gezondheidsdienst. De diensten worden in de loop der jaren aanzienlijk uitgebreid om adequaat inhoud te kunnen blijven geven aan de uitvoering van de toebedeelde overheidstaken. Er wordt een nieuw gemeentehuis gebouwd aan de Generaal Spoorlaan. Het is opmerkelijk dat de fundering wordt aanbesteed in 1955, terwijl voor de bouw zelf de aanbesteding en gunning in 1964 plaatsvindt. Gelijktijdig met het gemeentehuis wordt er ook een nieuw politiebureau gebouwd aan de Burgemeester Elsenlaan. Er vinden meerdere reorganisaties plaats van zowel de secretarie als van de diensten. In 1974 wordt er gestart met een reorganisatie die tot eind jaren tachtig duurt en waarvoor speciaal een commissie wordt opgericht.

       

      De bevolking

      Zowel in 1947 als in 1960 wordt er een volks‑ en beroepstelling gehouden door het Centraal Bureau voor de Statistiek. In deze periode neemt het aantal ingeschrevenen met 14.625 toe en heeft de gemeente Rijswijk per 31 mei 1960 37.845 inwoners. Steeds meer mensen maken de keuze om naar de Randstad te verhuizen, omdat er betere voorzieningen zijn, met name op het gebied van: openbaar vervoer, onderwijs, gezondheidszorg en werkgelegenheid. Uit de aanwezigheid van de vele culturele, recreatieve en sociale verenigingen, die vaak mede dankzij het werk van de vrijwilligers blijven bestaan, mag worden opgemaakt dat de Rijswijkse bevolking een betrokken gemeenschap is. Er wordt van alles georganiseerd door de eigen bevolking en door de gemeente. Maar ook samen en dat maakt Rijswijk tot een fijne stad om in te wonen.

       

      Het bedrijfsleven

      Met de aanleg van het nieuwe industrieterrein Plaspoelpolder, aan de rand van de stad in de jaren vijftig, heeft het bestuur een vooruitziende blik om bedrijven naar zich toe te trekken. En daar komen later nog het industrieterrein Broekpolder en Vrijenban bij. Dit in combinatie met de aanleg van wegen, bruggen, viaducten en parkeerplaatsen, maken dat Rijswijk goed bereikbaar is voor het auto‑ en vrachtverkeer. Vooral de aanleg van de Rijksweg A4 en A13 maken de industrieterreinen beter toegankelijk en daardoor is er veel belangstelling voor het vestigen van een bedrijf op deze terreinen. In de stad is er ook ruimte voor de kleinere ondernemers van onder andere winkels, horeca en de zakelijke dienstverlening en daarmee neemt de werkgelegenheid en dus ook de bevolking toe.

      Verantwoording van de inventarisatie

       

      Archiefonderdelen en omvang

      Het totale archief van de gemeente Rijswijk over de periode 1946‑2009 wordt in fases bewerkt. Het eerste gedeelte van de bewerking bestaat uit de archiefblokken 1946‑1978 en 1979‑1989 met een lengte van 208 m¹. Deze archiefblokken bestaan uit een aantal onderdelen die moeten worden geselecteerd op te bewaren en te vernietigen stukken. De te bewaren stukken moeten worden samengevoegd tot de twee te bewaren archiefblokken. De onderdelen zijn: het secretariearchief met een omvang van 170 m¹, het archief van de Dienst Grondzaken omvattende 6 m¹ , het archief van de Dienst Gemeentewerken bestaande uit 30 m¹ en de serie Reclamevergunningen bestaande uit 2 m¹. Het secretariearchief bestaat uit twee gedeelten. Het eerste is afkomstig van de gemeente Rijswijk met een omvang van 90 m¹ en het tweede gedeelte komt van het Regionaal Historisch Centrum (RHC) Delft en omvat 80 m¹. Het archief dat komt uit Delft bestaat uit 3 onderdelen. Een gedeelte is in 2007 voorbewerkt, een gedeelte is beschreven, maar niet geschoond of materieel verzorgd, en er is een onbewerkt gedeelte.

       

      Selectie op vernietiging

      Tijdens de bewerking is het archief geschoond op tabniveau op basis van de vernietigingslijst 1983. Bij de selectie is rekening gehouden met de wettelijke bewaartermijnen, de LOPAI normen, de normen van het RHC Delft en met de cultuurhistorische waarden. De totale omvang van 208 m¹ is na bewerking terug gebracht naar 101 m¹ verdeeld  in twee te bewaren archiefblokken. Daarnaast zijn ook 35 bakken met woningkaarten bewerkt. De dossiers die buiten de periode 1946‑1989 vallen zijn apart gehouden en hebben een omvang van 11,75 m¹.

      De vernietigbare stukken zijn onderverdeeld in meerdere blokken. Een te vernietigen blok 2009 van 45 m¹, een blok 2010 van 37,125 m¹  en een te vernietigen blok 2035 van 28,372 m¹. Bij het laatste blok hoort ook nog een gedeelte dat bestaat uit de dossiernummers 1 tot en met 514 dat al is overgebracht naar Delft. De stukken die genoemd staan op de vernietigingslijst van 2009 en 2010 zijn na goedkeuring van de opdrachtgever en het RHC Delft vernietigd door een daartoe erkend bedrijf. De vernietigingslijsten zijn in digitale vorm aangeleverd.

       

      De inventaris

      De beschrijvingen van de dossiers zijn aangemaakt in een geautomatiseerd inventarisatie‑programma en daarin geordend volgens de Basisarchiefcode van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten 7e druk, uitgave 1987. De inventarissen zijn gemaakt conform de indeling en opmaaknormen van het RHC Delft en zijn in digitale vorm aangeleverd.

       

  •  Hele toegang