Detail Archief Delft

Detail Archief Delft


Archiefnummer: 460
Archiefnaam: Genootschap Christo Sacrum te Delft
Periode: 1797-1839
Omvang: 1.10 m.
Inventaris:Inventaris van het archief van het Genootschap Christo Sacrum te Delft, 1797-1839

Archiefvormer: Genootschap Christo Sacrum

  •  Inleiding
    • INLEIDING

       

      ARCHIEF VAN HET GENOOTSCHAP CHRISTO SACRUM 1797-1838, en STUKKEN BETREFFENDE DE FAMILIE ONDERDEWIJNGAART  1799-1839

       

      Christo Sacrum, opgericht in 1797 door (vooral) J.H. Onderdewijngaart Canzius, was aanvankelijk een besloten godsdienstig genootschap van personen uit de bovenlaag van de Delftse bevolking. Het uitgangspunt van het genootschap was dat tegenstellingen tussen de diverse godsdienstige stromingen opgelost konden worden door de christelijke leer te ontdoen van alle menselijke toevoegingen, dogma’s en dergelijke. Personen uit alle kerken konden lid worden, zonder afstand te hoeven doen van het lidmaatschap van de kerk van afkomst. In de praktijk waren de meeste leden afkomstig van de hervormde gemeente en de Waalse hervormde gemeente, waarschijnlijk omdat de uitgangspunten van het genootschap meer aansloten bij hun traditie. Het verschijnsel van godsdienstige gezelschappen was in de hervormde kerk niet ongewoon, maar men had toch grote problemen met Christo Sacrum. Deze moeilijkheden ontstonden doordat men in het genootschap kinderen doopte en het avondmaal vierde, terwijl de voorgangers daartoe niet bevoegd waren vanuit het standpunt van de kerk. Opmerkelijk is dat de verhoudingen later zoveel beter waren, dat vertegenwoordigers van de Nederlandse Hervormde Kerk aanwezig konden zijn bij het 25-jarig jubileum van het genootschap. Mogelijk speelde daarbij een rol dat het genootschap intussen zoveel aan kracht en leden had ingeboet, dat er niet of nauwelijks sacramenten meer werden bediend. In de reglementen uit het begin van de negentiende eeuw ging men uit van de stichting van zustergenootschappen elders, verbonden door een bovenplaatselijke organisatie. Zover is het nooit gekomen.

       

      De eerste leden nodigden vrienden en relaties uit om kennis te maken met de uitgangspunten  en de godsdienstoefeningen. De groei was aanvankelijk beduidend, en de gemiddelde draagkracht per lid zal die van andere kerkgenootschappen ver hebben overtroffen. In 1802 kocht het genootschap een huis aan het Rietveld dat tot tempel werd verbouwd. Na circa 1812 trad een stagnatie op, gevolgd door een geleidelijke terugval. Er kwamen weinig of geen nieuwe leden meer bij, en de daling zette in door overlijden en vertrek. Het definitieve einde kwam in 1838, toen het tempelgebouw werd verkocht en de overblijvende bestuursleden de resterende schulden onder elkaar verdeelden. Er waren mannelijke leden van het genootschap waren lid van het Gezelschap “Broedertrouw”dat opgericht werd in 1804. Het is onzeker of dit een ondervereniging van het genootschap was, of een bredere gezelligheidsclub.

       

      Het archief is niet integraal bewaard gebleven. Zo zijn er nauwelijks notulen of bijlagen daarvan van na 1814, maar de financiële administratie daarentegen is vrijwel compleet aanwezig. De hier beschreven verzameling is samengesteld uit diverse onderdelen. Sommige stukken zijn afkomstig uit de handschriftenverzameling van het Gemeentearchief (thans de collectie Losse Aanwinsten), enkele stukken over het kerkgebouw zijn geschonken door een nazaat van de man die dat gebouw in 1838 kocht van het bestuur, en verder bevindt zich in het archief een omslag met stukken, in 1957 geschonken door A.H. Maas Geesteranus aan de gemeente Delft. Het betreft met name stukken over het (bestuurs-) lidmaatschap van Pieter Maas en zijn vrouw Willemina Susanna Geesteranus. Hoe en wanneer de gemeente Delft de overige stukken in beheer of eigendom heeft gekregen, kon helaas niet worden achterhaald. Het hele archief heeft een omvang van 1 meter.

       

  •  Hele toegang