Detail Archief Delft

Detail Archief Delft


Archiefnummer: 749
Archiefnaam: Collectie Carel Bloemen
Periode: 1930-1947, met verzamelde archivalia vanaf 1628
Omvang: 0.75 m.
Inventaris:Inventaris van de Collectie Carel Bloemen, 1930-1947, met verzamelde archivalia vanaf 1628

  •  Inleiding
    • INLEIDING

      "Op 18 augustus 1901 te 's-Gravenhage geboren, van huis uit eenLimburger, op 4 april 1967 te Maastricht overleden, nooit eenechte Limburger geweest."

      Zo begint de aan Carel Bloemen gewijde necrologie van de vaardigehand van de toenmalige Algemene Rijksarchivaris drs J.L. van derGouw in het Nederlandse Archievenblad. Op de hem eigen,

      onnavolgba¬re wijze geeft Van der Gouw vervolgens een karakter­schets

      ten beste van de mens Bloemen: "Een pendelaar, niet alleen in

      geografische, ook in het geestelijke. Onverdroten trouw aan deRooms©Katholieke kerk, waarin hij geboren en getogen was, volkritiek op die kerk, waar hij die te verkalkt of te versukkeldvond om iets van het Koninkrijk Gods op aarde zichtbaar te maken.

      Hij was een mysticus in de goede zin van het woord, maar kontegelijk ongelofelijk nuchter zijn. Hij kon voor een zaak

      roodgloeiend lopen en er op korte termijn afstand van doen."

      Het zijn deze eigenschappen, die in belangrijke mate de kleurhebben bepaald van de verzameling stukken betreffende de historievan Rijswijk, die Bloemen gedurende zijn ruim 25-jarig verblijfin deze gemeente heeft aangelegd. Om meer dan á‚áá‚án reden verdientdeze verzameling een ieders belangstelling.

      In de eerste plaats vanwege de bijzondere betekenis ervan voorhet onderzoek naar de geschiedenis van het kerkelijk leven in

      Rijswijk, een onderwerp, waarvoor Bloemen een meer dan bijzonderebelangstelling koesterde. Met name voor het katholicisme toondehij een opmerkelijke passie. Mag dit al blijken uit inrichtingvan een gedeelte van zijn woning aan het Julialaantje als kapel,compleet met kniealtaar. Het is dan ook niet verwonderlijk, datruim á‚áá‚ánderde van de verzameling betrekking heeft op de

      geschiedenis van de katholieke kerk van Rijswijk.

      Stellig is het de opzet van Bloemen geweest aan dit onderwerp eenmeer uitvoerige publicatie te wijden. Verder dan een aantal

      onvoltooide manuscripten wist hij het echter niet te brengen.

      Een tweede punt, dat onmiddellijk opvalt, is de grote

      verscheiden¬heid aan onderwerpen. Aan vrijwel alle belangrijkehistorische gebeurtenissen, die zich in Rijswijk hebben voltrok­ken,

      heeft Bloemen aandacht besteed, zodat het gerechtvaardigd is testellen, dat geen enkel zichzelf respecterend beoefenaar van deRijswijkse geschiedenis het zich kan permitteren de collectieBloemen © zoals de verzameling in de wandel werd genoemd ongemoeid te laten.

      Vervolgens wordt de aandacht getrokken door de aanwezigheid vaneen aantal originele documenten, die tussen de transcripties,reprodukties en aantekeningen, waaruit de verzameling hoofzake­lijk bestaat, een opvallende plaats innemen. Vooral de aanwezigheid van het concept©reglement voor de Rijswijkse Landstorm

      (inventarisnummer 98) en maar liefst twaalf exemplaren van hetambachtsreglement uit 1752 (inventarisnummer 15) springen daarbijin het oog.

      Waarschijnlijk zijn deze originelen afkomstig uit particulierenverzamelingen en heeft Bloemen er de hand op gelegd via veilingenof via het antiquariaat.

      Eem eveneens opmerkelijk feit, ogenschijnlijk voortvloeiend uitde in de laatste frase van karakterschets genoemde eigenschap, isde omstandigheid, dat Bloemen onmiddellijk na zijn benoeming totarchivaris van de Limburgse Staatsmijnen per 1 januari 1948, maarruimschoots voor zijn feitelijke vertrek uit Rijswijk in maart1950, zijn verzameling te koop aanbood aan het gemeentebestuur.
      Schijnbaar was de "liefde voor de geschiedenis van zijn woonplaats, die de Haagse gemeentearchivaris dr W. Moll noemt alsdrijfveer tot het aanleggen van de verzameling, bekoeld op hetmoment, dat Bloemen het besluit nam Rijswijk te verlaten.

      In zij vergadering van 12 maart 1948 besloot de gemeenteraad deverzameling aan te kopen voor een bedrag van f 1.431,00. Hierdoor

      kwam de gemeente Rijswijk tevens in het bezit van een aanzienlijke verzameling foto's en een 300©tal zogenaamde lantaarnplaatjes,die in deze inventaris niet zijn beschreven, maar onder eenbijzondere notatie werden opgenomen in de topografisch©historische atlas van het gemeente©archief. Hetzelfde geldt voor demeeste van de tot de verzameling behorende boekwerken, die werdenopgenomen in de bibliotheek van het gemeente©archief. Als motiefvoor deze scheiding geldt het beginsel, dat foto's, dia's, boekenen dergelijke naar hun aard geen archiefbescheiden zijn. Voor eenaantal gedrukte en fotografische werken werd evenwel een

      uitzondering gemaakt, omdat zij, anders dan de niet opgenomenwerken, een duidelijke relatie vertonen met de overige bestanddelen van de verzameling. Bijlage 2 geeft een opsomming van detitels, die buiten de inventaris werden gehouden.

      Hoewel Bloemen als wetenschappelijk archiefambtenaar der 2eklasse bij het Algemeen Rijksarchief vertrouwd moet zijn geweestmet de algemeen aanvaarde ordeningsbeginselen, heeft hij dezeniet altijd toegepast op zijn eigen verzameling.

      Elk interessant gegeven, dat hij op zijn weg vond, werd ijverigvastgelegd in een op dat moment binnen handbereik liggend cahier,ongeacht de herkomst of het onderwerp van het aangetroffene. Deniet altijd even onlogische ordening, die van deze werkwijze hetgevolg was, maakte verstoring van de oorspronkelijke orde door deinventarisator onvermijdelijk. Omwille van de toegankelijkheidwerden de meeste cahiers uit elkaar gehaald, waarna de lossebladen afzonderlijk werden beschreven of met andere konden wordensamengevoegd. aan de hand van de als bijlage 1 bij deze inventa­ris gevoegde concordans op de uit 1947 daterende en door Bloemenzelf vervaardigde plaatsingslijst (inventarisnummer 1) kan de

      oorspron¬kelijke orde worden teruggevonden.

      Tot slot dient nog te worden opgemerkt, dat de inventarisnummers17, 31, 32, 37, 94, 96 123 en 126 op een later tijdstip aan deverzameling werden toegevoegd, vermoedelijk pas toen na hetoverlijden van bloemen in 1967 zijn persoonlijke stukken werdengeselecteerd.

      De omvang van de verzameling bedraagt nu in totaal 1 m1.

       

                                       juni 1982.

       

      NOTEN

       

      1. Nederlands Archievenblad 1967, 71e jaargang, p. 120©124.

      2. Mededeling van mw mr M.L. Buschkens©Dijkgraaf.

      3. Zie inventarisnummer 37.

      4. Nota B & W aan Gemeenteraad d.d. 4 maart 1948, no. 1254.

  •  Hele toegang