BUITENLANDSCH LEESGEZELSCHAP (DELFTSCH LEESGEZELSCHAP), 1860-1913.
Op 24 januari 1860 werd de eerste vergadering gehouden van het Buitenlandsch Leesgezelschap te Delft. De leden waren voor het merendeel afkomstig uit intellectuele kring. Ter illustratie wat namen: Dr. L. Cohen Stuart, A. van der Leeuw, C. Hoekwater en J.E. van der Mandele. Men legde zich toe op het lezen van voornamelijk buitenlandse boeken en tijdschriften.
In 1896 gingen in de vereniging stemmen op over opheffing en aansluiting bij het leesgezelschap “Ontwikkeling is ons doel”, dat uitsluitend Hollandse tijdschriften liet circuleren. De oorzaak van deze moeilijkheden was vooral gelegen in het feit, dat de boekhandelaren zelf leesgezelschappen gingen oprichten, die uiteraard veel goedkoper konden werken. Op de algemene vergadering van 23 november van dat jaar werd besloten tot reorganisatie. De vereniging bleef voortbestaan, maar nu onder de naam “Delftsch Leesgezelschap”. Men liet thans zowel binnen- als buitenlandse boeken en tijdschriften onder de leden circuleren.
Op 20 november 1913 werd besloten de vereniging op te heffen en over te gaan tot het “Nieuwe Leesgezelschap”. In 1930 is dit archiefje naar het Gemeentearchief overgebracht
