Detail Archief Delft

Detail Archief Delft


Archiefnummer: 228
Archiefnaam: Collegium Medico Pharmaceuticum te Delft
Periode: 1734-1804
Omvang: 0.12 m.
Inventaris:Plaatsingslijst van het archief van het Collegium Medico Pharmaceuticum te Delft, 1734-1804

Archiefvormer: Apothekersgilde (collegium medico-pharmaceuticum Delphense)

  •  Inleiding
    • In 1682 richtten de heren van de wet naar het voorbeeld van andere steden een Collegium Medico Pharmaceuticum (CMP) op. Leden waren de medici in dienst van de stad, die lid waren van het chirurgijnsgilde, en de apothekers, die lid waren van het Sint-Nicolaasgilde van winkeliers en handelaars. Het CMP moest de medici de gelegenheid bieden toezicht te houden op de apothekers. Die mochten bijvoorbeeld geen diagnoses stellen en niet op eigen gezag medicijnen voorschrijven. Verder moesten zij een goed assortiment aan kruiden en andere medicamenten op voorraad hebben en hun recepten op de juiste manier bereiden. Voor de apothekers was het voordeel dat het CMP de opleiding en toelating tot het apothekersvak bood, waarin het Sint-Nicolaasgilde niet voorzag. Bovendien werd hun alleenrecht op het bereiden en verstrekken van medicamenten bevestigd. Bakkers, wijnverkopers en kruideniers werd bijvoorbeeld verboden purgerende koeken, drankjes en andere middelen te verkopen.

      Vanaf 1698 ging het chirurgijnsgilde zich naar analogie met het CMP ook een deftige Latijnse naam aanmeten: Collegium Medico Chirurgicum.

      In 1804 gingen het CMP en het Collegium Medico Chirurgicum beide op in de Commissie voor Geneeskundig Toevoorzicht (Archief 98).

  •  Hele toegang